Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [Zain.] [22]Haar [23]bijzondersten [24]waren reiner dan de sneeuw, zij waren witter dan melk; zij waren roder van lichaam dan robijnen, [25]gladder dan een saffier. 22. Te weten van de dochter mijns volks. 23. Dat is, de voortreffelijksten en aanzienlijksten, afgezondersten. Hebreeuws, nezirim, nazireen. Aldus werden die genoemd onder Joden, die een bijzondere manier van leven te onderhouden beloofd hadden, zekere spijzen niet etende, geen wijn of dronken makenden drank nuttigende, en het haar niet afscherende, Num.6:2,3,4, enz. Zie Richt.13:5, en Richt.16:17; 1 Sam.1:11; Luk.1:15. Maar somtijds betekent het zodanige personen, die anderen overtreffen in waardigheid en voortreffelijkheid. Aldus wordt Jozef genoemd een afgezonderde onder zijne broederen, Gen.49:26. 24. Te weten eer het Joodse land in dezen ellendigen stand vervallen was. 25. Hebreeuws, hare snijding, of polijsting, of gravering, was, als des saffiers, dat is, zo zuiver, alsof zij uit een saffier gesneden waren. Of, zij waren als glad saffier.